Huisarts: ‘Persoonlijke zorg via een app? Ik geloofde het zélf niet’
Met een open brief in de medische pers riep gewezen huisarts dr. Rita Matthys haar collega’s op om digitale ondersteunde zorg meer kansen te geven. Dat deed ze nadat ze zelf een app had gebruikt om te revalideren na haar tweede knieprothese. “Via de app zullen we u persoonlijker kunnen helpen”, vertelden ze haar in het ziekenhuis. “Dat geloofde ik eerlijk gezegd niet”, aldus dr. Matthys. “Waarom? Omdat ik een verkeerd beeld had van wat telerevalidatie allemaal inhield.”
Ze is al even met pensioen, maar dr. Rita Matthys voelt zich nog steeds erg betrokken bij de stiel die ze al die jaren met passie heeft uitgevoerd: huisartsengeneeskunde. Die betrokkenheid deed haar in februari van dit jaar in haar pen kruipen. Via een open brief in de medische pers richtte ze zich tot haar collega-huisartsen. Haar oproep? Geef revalidatie via een app een kans.
We zochten haar op voor een gesprek.
Dr. Matthys, waarom schreef u die open brief vorige maand? Wat was de trigger?
“De aanleiding was een persoonlijke ervaring als patiënt. Ik kreeg recent een tweede knieprothese, ongeveer 10 jaar na mijn eerste prothese. Tijdens een preoperatieve consultatie stelde de orthopedist me voor om een app te gebruiken voor mijn revalidatie. ‘Je zal persoonlijker geholpen worden en je zal sneller revalideren’, zei hij.”
“Heel eerlijk? Ik kon dat moeilijk geloven... Dat ik het toch een kans gaf, lag hoofdzakelijk aan twee zaken. Praktisch gezien was het erg handig dat ik niet driemaal per week naar de kinesist moest. En het feit dat ik op elk moment kon beslissen om tóch over de schakelen naar “klassieke” revalidatie, was de geruststelling die ik nodig had. Viel het niet mee, dan kon ik gewoon stoppen met die app.”
“Maar stoppen met de app is nooit aan de orde geweest. Integendeel, mijn ervaring was zo positief dat ik vond dat ik ze moest delen met collega-huisartsen. Niet om reclame te maken voor één app, wel om hen te wijzen op de mogelijkheden van digitaal ondersteunde zorg. Ik heb het gevoel dat we daar nog veel te weinig over weten in de eerste lijn. En onbekend maakt onbemind.”
U geloofde eerst niet dat revalideren met behulp van een app “persoonlijk” kon zijn, maar intussen bent u van mening veranderd?
“In het begin was ik inderdaad erg sceptisch. Ik kon me moeilijk voorstellen hoe de begeleiding via een app persoonlijker kon zijn dan wanneer ik driemaal per week op afspraak ging bij een kinesist. Waarom? Omdat ik een compleet verkeerd beeld had van wat de toepassing allemaal inhoudt.”
“Voordien kon ik me moeilijk voorstellen hoe begeleiding via een app persoonlijker kon zijn dan driemaal per week langsgaan bij een kinesist.”
“Het gaat niet om een chatbox die gestandaardiseerde adviezen deelt. Er zit een echte kinesist met veel ervaring achter, en die kan je dankzij de app veel intensiever en persoonlijker begeleiden dan wanneer je drie keer per week een halfuur bij hem of haar langskomt.”
Hoe zag die intensieve en persoonlijke begeleiding eruit?
“Via de app had ik elke dag contact met mijn kinesist. Zelfs de dag dat ik thuiskwam na mijn ontslag uit het ziekenhuis – dat was in een weekend – kreeg ik een bericht om te vragen of ik niet te veel pijn had. Dankzij die continue interactie kon mijn kinesist me veel meer op maat adviseren.”
“Als ik bijvoorbeeld te veel last had bij bepaalde oefeningen, kreeg ik andere oefeningen voorgeschreven. Op een bepaald moment liet ik via de app weten dat ik een sterke pijnscheut had gevoeld, waarna ik de raad kreeg om die dag geen oefeningen meer te doen en extra ijs te leggen op mijn knie. Noem maar op. Bij een “klassieke” revalidatie had ik nooit gebeld naar mijn kinesist om die zaken te melden maar had ik gewoon de volgende consultatie afgewacht. Nu kon ik ze zeer eenvoudig melden en werd mijn traject meteen bijgestuurd.”
'Dankzij de continue interactie via de app kon mijn kinesist me veel meer op maat adviseren.'
“Het bleef trouwens niet bij schriftelijke interactie. Ik deelde regelmatig video’s van mijn oefeningen en kreeg dan feedback over de uitvoering: doe dat meer zus, strek daar meer zo. Dankzij de synchronisatie met mijn stappenteller kreeg de kinesist een beeld van mijn totale dagelijkse activiteit en de spreiding ervan. En ik vulde ook elke avond een vragenlijst in over een hele reeks factoren: zwelling, roodheid, warmtegevoel, stijfheid, last/pijn tijdens oefeningen, nachtrust…”
“Op die manier had mijn kinesist een perfect beeld van het verloop van mijn revalidatie. En ook de orthopedisch chirurg ontving die informatie. Alle data worden bovendien netjes verwerkt in grafieken. Mijn zorgteam kon dus in één oogopslag mijn evolutie bekijken, eventuele pieken opmerken, etc. Als patiënt wist ik dus dat als er iets niet goed verliep, ze meteen konden ingrijpen. Dat zorgde voor geruststelling.”
Als u moet kiezen, wat vond u dan de twee grootste voordelen van de app?
“Eén van de grootste troeven vond ik de motivatie. Het systeem motiveerde me echt wel om elke dag mijn oefeningen te doen, ook in het weekend. Wanneer precies kon ik zelf beslissen, in functie van mijn agenda. En als ik ze dan toch eens niet deed, gaf ik dat aan in de app. Ik kan natuurlijk enkel voor mezelf spreken, maar bij de klassieke revalidatie was die motivatie veel minder. Dan deed ik mijn oefeningen uiteraard telkens tijdens de 30 minuten bij de kinesist, maar daarbuiten veel minder of zelfs niet…”
“De praktische kant vond ik een tweede belangrijke voordeel. Nu moest ik niet naar de kinesist. Maar zonder app had ik driemaal per week op consultatie gemoeten. Zeker in het begin had ik dat niet op eigen houtje gekund. En had ik me dus driemaal per week moeten laten voeren door een mantelzorger.”
Naast voordelen zijn er ook altijd uitdagingen. Wat zijn volgens u de twee belangrijkste aandachtspunten voor digitale toepassingen zoals deze?
“Eén aandachtspunt hangt nauw samen met een voordeel, de motivatie. Je moet elke dag je oefeningen doen, de vragenlijst invullen, etc. Zoiets vraagt de nodige zelfdiscipline.”
“Zelf had ik daar geen probleem mee, ook omdat de app én de kinesist me extra aanmoedigden. Maar ik kan me inbeelden dat een dergelijke manier van revalideren niet voor iedereen geschikt is. Dat is iets waar zorgverleners zich bewust van moeten zijn. De keuze tussen “digitaal of klassiek” mag volgens mij dan ook nooit definitief zijn. Wie wil moet altijd kunnen overstappen tussen de twee, zoals hier het geval was.”
“Een tweede cruciaal element is digitale eenvoud. Iets waar deze app trouwens erg goed op scoorde. Wil je het gebruik van dergelijke toepassingen breed uitrollen, dan is het enorm belangrijk dat ze zo gebruiksvriendelijk mogelijk zijn. Patiënten moeten ook steeds terechtkunnen bij een digitale hulplijn voor als er toch iets niet duidelijk is of er een probleem opduikt.”
Met uw open brief hield u een pleidooi om digitale tools een kans te geven bij revalidatie. In welke zorgdomeinen ziet u nog kansen? En in welke helemaal niet?
“Ik zie heel veel mogelijke toepassingen: diabeteszorg, geriatrie, opvolging van cardiale problemen, foetale monitoring en zwangerschapsbegeleiding, begeleiding na een gastric bypass, monitoring van mensen met neurologische aandoeningen, dermatologie, noem maar op.”
“Bij pediatrische patiënten ligt de inzet van digitale tools misschien wat moeilijker, zeker als ze zelf bepaalde gegevens moeten invoeren. Maar anderzijds liggen er ook kansen, ik denk bijvoorbeeld aan spelenderwijs revalideren.”
Vindt u dat digitale tools voldoende bekend zijn in de eerste lijn?“Daar kan ik zeer kort en duidelijk op antwoorden: helemaal niet.” “Als huisarts heb je gewoon de tijd niet om naast je praktijk ook nog zelf informatie te zoeken over de mogelijkheden van digitaal ondersteunde zorg. Dat onderwerp zou nog veel meer aan bod moeten in onze opleiding. Uiteraard in de opleiding huisartsgeneeskunde – in mijn tijd was daar natuurlijk nog geen aandacht voor, maar dat is vandaag hopelijk anders. Maar ook praktiserende huisartsen moeten we opleiden, bijvoorbeeld via geaccrediteerde navormingen.” |
Gaat het enkel om een verantwoordelijkheid van het onderwijs, of ziet u nog andere actoren die een rol kunnen of moeten opnemen?
“Het is een gedeeld verhaal waartoe iederéén kan bijdragen. Mijn raad aan elk van hen?”
“Aan patiënten zou ik zeggen: digitale vaardigheden worden steeds belangrijker, in zorg maar ook in tal van andere aspecten van het dagelijkse leven. Investeer dus in je digitale vaardigheid, ongeacht je leeftijd, en zoek hulp als je daar problemen bij ondervindt.”
'Aan specialisten wil ik meegeven: gebruiken jullie een digitale toepassing om een patiënt op te volgen, laat dat dan ook weten aan zijn of haar huisarts.'
“Aan huisartsen: spring nú op de digitale trein want eens die voorbij is geraasd, zal je hopeloos moeten achtervolgen. Onthoud dat het altijd beter is om mee te zijn, ook al is het in één van de laatste wagon. Van daaruit kan je straks nog altijd naar voren wandelen, vanaf het perron niet meer.”
“Aan specialisten: zet je een digitale toepassing in om een patiënt op te volgen, informeer dan ook haar of zijn huisarts. Leg uit waarom je voor die tool kiest, wat het allemaal kan en wat niet.”
“Aan de overheid: maak werk van een wettelijk kader en een duidelijk vergoedingsbeleid voor digitaal ondersteunde zorg. Digitale ondersteuning helpt om de kwaliteit en het comfort te verhogen. En het kan de kost voor jou als overheid helpen verminderen. Om een voorbeeld te geven: zelf heb ik dankzij het gebruik van een app slechts 8 weken moeten revalideren, in plaats van 12 weken via het klassieke traject.”
“Aan bedrijven en organisaties die digitale tools ontwikkelen: werk samen om te verbeteren wat er al is. Vermijd een ongecontroleerde wildgroei van vergelijkbare systemen, want zo creëer je enkel verwarring voor zorgverleners en patiënten.”
Tot slot, hoe kijkt u naar de toekomst van digitaal ondersteunde zorg?
“Het is duidelijk dat de rol van technologie in de zorg alleen maar zal toenemen. We zullen gegevens uit verschillende bronnen nog veel meer met elkaar combineren, om vervolgens met behulp van AI-modellen gezondheidsbedreigingen in een vroeger stadium te detecteren. Dat zal een verschuiving veroorzaken van reactieve, curatieve zorg naar preventieve en proactieve zorg, bovendien nog veel meer op maat van individuele patiënten.”
'Technologie zal een verschuiving veroorzaken van reactieve, curatieve zorg naar preventieve en proactieve zorg'
“Die verschuiving is ook broodnodig. Niet omdat het huidige model per definitie ‘inferieure kwaliteit’ oplevert. Wel omdat het te arbeidsintensief is: met de vergrijzing die aan de gang is, hebben we enorm veel extra mensen en middelen nodig om met datzelfde model optimale zorg te blijven aanbieden. En die mensen en middelen zijn er gewoonweg niet.”
“Met digitale ondersteuning kunnen we meer en beter aan preventie doen, behandelingen beter personaliseren en patiënten meer betrekken en meer in hun thuisomgeving verzorgen. Om zo twee zaken te bereiken: gezonder leven en gezonder ouder worden.”
“Zoiets vraagt een radicale transformatie van ons systeem en zal dus niet in een-twee-drie lukken. Maar op termijn zullen we daar geraken, daar ben ik van overtuigd.”